Bonussoort: de velduil, mysterieuze vogel met pr-probleem
De velduil, mysterieuze vogel met een pr-probleem
Elke Natuurnijs vertelt fotograaf en gids Wilco van der Laan over doelsoorten en bonussoorten van het agrarisch natuurbeheer.
De velduil heet in het Engels ‘shorteared owl’. Het is een vreselijk mooie vogel met felgele ogen, die je heel indringend aan kunnen kijken. ‘s Winters zitten ze soms met wel tien of vijftien uilen bij elkaar in een ruig landje, op de grond. Het is een van de weinige Europese uilen die op de grond broedt. Hij zoekt naar strooisel dat nog op het land ligt na de winter en maakt daar een soort leger van zoals een haas dat heeft. Een nest is het niet echt. Dat maakt ze erg kwetsbaar voor roofdieren.
Naarmate de lente vordert probeert de velduil zijn predatoren te slim af te zijn door in het hoger wordende gras niet direct bij zijn jongen te landen met zijn prooi maar een eindje verderop. Vervolgens wandelt hij dan in rondjes naar het nest om predatoren te slim af te zijn.
De velduil is actief in de schemering of ‘s nachts, zijn gedrag voltrekt zich dus grotendeels in het verborgene. Wetenschappers kunnen er niet goed de vinger achter krijgen wat het nestelgedrag is van deze mysterieuze vogel. Ook het verspreidingsgebied is lastig in kaart te brengen. Hij komt van heel ver, misschien wel helemaal uit Noorwegen, Frankrijk of de Baltische Staten en vliegt vrij laag over de velden, als een soort vlinder, op zoek naar jachtgronden.
De kieviet en de grutto die zie je, maar een velduil niet en daardoor is het wat moeilijker ervan te houden. Dus de velduil heeft wel een beetje een pr-probleem. Maar ze zijn er natuurlijk wel! Probeer hem eens op te zoeken, ‘s avonds, bij de schemering, als hij na het hooien gaat jagen op veldmuizen.
Als je een keer zo’n velduil hebt gezien, dan weet je ook dat je er rekening mee kunt houden. Bijvoorbeeld door wat meer maaisel te laten liggen op je land en wat ruigte over te laten waarin hij zich kan verstoppen. Of door de populatie veldmuizen te verhogen door de aanleg van zaadrijke akkerranden.
About the author
Sophia de Jong