Natuurfotograaf Wilco van der Laan over de keep en de blauwe kiekendief
De keep
‘De keep is een doelsoort voor de winterveldjes, niet als broedvogel, maar als foerageervogel. Het is een vinksoort, een mooi oranje gekleurde vogel met een zwarte streepjesstructuur op de vleugels en een zwart kopje. Het vrouwtje is wat valer, met een lichtgrijs kopje. Keepjes zitten graag op rozenbottels, meidoorns, maar ook in de ruigte tussen de kruiden, op zoek naar zaden op de grond. Vaak zie je ze ook hoog in de bomen als die aanwezig zijn. Soms foerageren ze met groepjes van tien tot twintig stuks over de grond. Keepjes zie je als het hard vriest ten noorden van ons. Als het hier hard vriest komen ze op de vetbollen en de pinda’s af en dan heb je ze in de achtertuin. Het ene jaar zijn ze er meer dan het andere jaar. Soms zie je ineens bijna alleen maar keepjes in zwermen rondvliegen.’
Voor vragen over dit persbericht kunt u contact opnemen met Karina Pool van Wad van Waarde via info@karinapool.nl of 06 294 98 644.
De blauwe kiekendief
‘De blauwe kiekendief is een enorm wendbare roofvogel en een zeer sierlijke vlieger, die ontzettend doelgericht is. Je kunt ze herkennen aan de witte stuit tussen de staart en het lijf. Het vrouwtje is bruin met streepjes en zwarte vlekjes, de mannetjes zijn heel mooi, egaal blauwgrijs. Vroeger was de blauwe kiekendief een broedvogel in Nederland, tegenwoordig is hij in de winter ‘slechts op bezoek’. Hij komt vanuit Scandinavië overwinteren en dan zie je hem op de velden en vooral op de wintervoedselveldjes. Hij is dol op die winterveldjes, omdat hij veel kans heeft om daar muizen te vangen. Heel sierlijk, bijna zwevend fladdert hij in banen boven de velden, vaak tegen de wind in. Als hij een muis ziet, dan laat hij zich in een keer vallen. In een veld met veel muizen heeft hij er om de vijf minuten wel een, dan zie je hem dus een tijdje niet.
De blauwe kiekendief jaagt overdag in hetzelfde gebied waar de velduil ’s nachts actief is. Ze hebben hetzelfde geavanceerde gehoorsysteem, met als oren een soort halve manen, die een beetje van elkaar afwijken. Voor de ruilverkaveling was het een algemene broedvogel. Door de braakligging in Oost-Groningen is het familielid de grauwe kiekendief daar teruggekomen en doet het heel goed. De blauwe kiekendief broedt nog op Terschelling en heel af en toe in Oost-Groningen, maar dan gaat het om een of twee paartjes.’
About the author
Sophia de Jong