Skip to main content Skip to footer

Resultaten boerenlandvogels 2024

Op 28 oktober vond de najaarsbijeenkomst plaats. Jaarlijks vertellen de ecologen de resultaten van het afgelopen broedseizoen. Thijs Glastra (SOVON) vertelde dat er afgelopen jaar meer weidevogels zijn geteld, en Bauke Koole (ZZP’er) vertelde over het succes van wintermaatregelen.

Meer broedparen grutto in de weidevogelgebieden

 

Thijs Glastra begon de avond, hij telde afgelopen seizoen samen met vrijwilligers in de weidevogelgebieden. SOVON heeft ook in 2021 en 2022 de monitoring van de weidevogels uitgevoerd. Doordat dezelfde telmethodes zijn gebruikt kunnen we de data met elkaar vergelijken. In de weidevogelgebieden zijn 35 vogelsoorten waargenomen in 2024, met 717 territoria. In vergelijking met de eerdere teljaren zijn er een gelijk aantal vogelsoorten gezien, maar meer territoria geteld. Als we kijken naar de karakteristieke weidevogelsoorten, dan zien we dat in 2024 meer broedparen zijn geteld dan voorgaande jaren. Van de grutto telden we 72 broedparen ten opzichten van 58 in 2021 en de kievit 96 broedparen in 2024 en 82 broedparen in 2021.

 

Jaar

Aantal vogelsoorten

Aantal territoria

2021

36

579

2022

33

497

2024

35

717

 

Weidevogels

2021

2022

2024

Grutto

58

44

72

Kievit

82

54

96

Scholekster

23

20

29

Tureluur

43

36

72

Dichtheid

De hoogste aantallen grutto’s en kieviten zijn geteld in Hoeksmeer. Alhoewel in Crangeweer minder vogels zijn geteld, is de dichtheid (broedparen per 100 ha) ongeveer gelijk aan Hoeksmeer omdat het cluster Crangeweer kleiner is dan Hoeksmeer. Opvallend is de hogere dichtheid scholeksters en tureluur in Holwierde en kievit in Oling.

Ondanks de stijging van het aantal broedparen, valt het broedsucces in 2024 tegen. Deels is dit te verklaren door slechte weersomstandigheden aan het begin van het broedseizoen. Er waren lage temperaturen en veel regenbuien, dit heeft met name bij de kievit tot hogere kuikensterfte geleid. Verder was het een slecht muizenjaar, waardoor meer roofvogels rond de weidevogelgebieden zijn gaan broeden om op kuikens te jagen. Daarnaast is ook eenmaal een vos binnen de predatierasters gesignaleerd.

Bijzondere waarnemingen:

 

-            Bij Crangeweer waren er 10 paar Kluut aanwezig, waarvan diverse paren vermoedelijk jongen vliegvlug hebben gekregen. Bij Holwierde waren in 2022 maar 3 territoria aanwezig, dit jaar ging het om 14 paar Kluten. Pas in de laatste ronde (14 juni) had er hier een geboortegolf van jongen Kluten plaatsgevonden. Of, en zo ja, hoeveel jongen er uiteindelijk vliegvlug zijn geworden, is daarom niet bekend.

-            De Gele Kwikstaart kende een goed jaar in 2024 qua aantal territoria. Met name bij Crangeweer, Tjamsweer en Oling waren de dichtheden relatief hoog. Voor de eerste twee genoemde gebiedsclusters was dat vermoedelijk het gevolg van de aanwezigheid van ruigtes op de percelen. In het geval van Oling waren er hoge dichtheden aanwezig door de beschikbaarheid van wintertarwe, het favoriete broedhabitat van Gele Kwikstaarten in agrarisch gebied

-            De Veldleeuwerik was met 46 territoria aanzienlijk meer aanwezig ten opzichte van 2021 en 2022. Dat was hoofdzakelijk te danken aan de 37 territoria die zijn vastgesteld bij Hoeksmeer. Ook bij Crangeweer waren er 7 territoria aanwezig.

Het volledige rapport van SOVON vind je hier: https://stats.sovon.nl/pub/publicatie/22104

 

Succes van de wintermaatregelen

Waar bij de broedvogels het soms over tientallen per perceel gaat, gaat het bij overwinterende vogels over honderden.  Het tweede deel van de avond vertelde Bauke Koole over de akkervogels. Zijn verhaal concentreerde zich op de overwinterende akkervogels. In de winter telt Bauke samen met vrijwilligers vijf rondes wintervoedselveldjes, vogelakkers en stoppelland. Uit de tellingen blijkt dat overwinterende vogels heel sterk reageren op de wintermaatregelen van het agrarisch natuurbeheer.

Welke vogelsoorten geteld worden is erg afhankelijk van het weer. Als het een strenge winter is trekken bijvoorbeeld kievit en veldleeuwerik verder naar het zuiden en zien we hier meer soorten uit noordelijke gebieden. Ook het landschap is bepalend voor welke vogels je aantreft. In het cluster Slochteren waar meer bomenrijen en bosjes zijn worden veel meer geelgorsen geteld. In het open landschap van het cluster noordkust overwinteren strandleeuweriken. Bijzonder is de grauwgors die sinds 2018 in de winter wordt waargenomen bij de middendijk in cluster Noordkust. Eerder broedde deze soort ook in de provincie. Het wachten is op een grauwe gors die blijft om te broeden.

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.